Veelgestelde vragen
Hier kunt u de veelgestelde vragen per onderwerp terugvinden:
Dealer
Nee, het is niet mogelijk om twee systeempompen aan te sluiten op de FertiMiX-Go!.
Nee, deze metingen maken deel uit van een reeks aflezingen die zijn inbegrepen bij de EC en pH Smart Switches die nodig zijn voor irrigatieregeling.
Ridder kan eventueel een Moisture Smart Switch leveren die zowel het volumetrisch watergehalte (VWC), de elektrische geleiding (EC) als de temperatuur van de substraatplaat meet.
Ja, vanaf firmware version 2.6.1 is het mogelijk om een volledige back-up te maken op een USB-stick.
Ridder host alle data in een beveiligde omgeving en zorgt voor continue communicatie tussen de Azure cloudopslag, de CloudBoX en de HortiMaX-Go! app. Bovendien worden de apps voor iOS en Android en de desktopversie voor Windows voortdurend bijgewerkt om te voldoen aan de nieuwste besturingssystemen voor mobiele telefoons en Windows-versies.
In de grafiek kunnen historische gegevens van maximaal twee weken terug worden uitgelezen.
Nee, dit is niet mogelijk.
Er is geen standaardsysteem; de HortiMaX-Go! is een modulair systeem. Het systeem vereist bepaalde hoeveelheden van specifieke types Smart Switches en is om die reden afhankelijk van de situatie in uw kas.
Ja, Ridder kan een officiële BUS-verlenger leveren (artikelnummer 50508740). Deze BUS-verlenger kan worden gebruikt om de lengte van het netwerk met nog eens 1200 meter uit te breiden.
Figuur 49: Aansluitschema voor de HortiMaX-Go! B.
Installateur
Algemene specificaties RS485-netwerk:
-
Kasten in het netwerk zijn in serie geschakeld.
-
Aftakkingen van de transmissielijn zijn niet toegestaan.
-
De [A]- en [B]- signalen worden over een getwist paar verzonden.
-
De [SGND] (Signaalgrond) van de verschillende kasten zijn met elkaar verbonden via een draad van een getwist paar.
-
De [SGND] in een kast is verbonden met [PE] van die kast.
-
De [SH] (Kabelafscherming) is ALLEEN verbonden met [PE] in de controllerkast.
-
De kabelafschermingen van inkomende en uitgaande BUS-kabels in Smartswitch-kasten zijn met elkaar verbonden en NIET verbonden met [PE].
-
Beide uiteinden van het netwerk moeten worden beëindigd met een weerstand van 120 [Ohm].
De maximale lengte van de RS485 BUS-kabel in de installatie is 1200 [m].
*Deze lengte geldt alleen wanneer er een geschikt type RS485 Bus-kabel wordt gebruikt in de installatie.
Algemene specificatie voor RS485 BUS-kabel:
-
Geschikt voor bussystemen op basis van RS485;
-
Twisted-pair;
-
Afgeschermd,
-
Impedantie 120 [Ohm].
Aanbevolen kabeltypen |
||
---|---|---|
Artikelnummer | Bus kabel type | lengte |
32002810 | UNITRONIC BUS LD 2x2x0.22 | 100 [m] |
32002811 | UNITRONIC BUS LD 2x2x0.22 | 300 [m] |
32002812 | UNITRONIC BUS LD 2x2x0.22 | 500 [m] |
32002820 | UNITRONIC BUS LD 3x2x0.22 | 100 [m] |
Nee, het BUS-signaal in een HortiMaX-Go! installatie is RS485.
Cat6- en Cat7-kabelspecificaties voldoen niet aan de algemene specificaties voor RS485 BUS-kabel.
Algemene specificatie voor RS485 BUS-kabel:
-
Geschikt voor bussystemen op basis van RS485;
-
Twisted-pair;
-
Afgeschermd,
-
Impedantie 120 [Ohm].
Aanbevolen kabeltypen |
||
---|---|---|
Artikelnummer | Bus kabel type | lengte |
32002810 | UNITRONIC BUS LD 2x2x0.22 | 100 [m] |
32002811 | UNITRONIC BUS LD 2x2x0.22 | 300 [m] |
32002812 | UNITRONIC BUS LD 2x2x0.22 | 500 [m] |
32002820 | UNITRONIC BUS LD 3x2x0.22 | 100 [m] |
Ja, de controllerkasten hebben aparte klemmenblokken voor inkomende en uitgaande BUS-kabels. Daarom hoeft een Controllerkast niet specifiek aan het begin of het einde van de RS485-bus te worden geplaatst.
Ja, de nieuwste versie van de Android-app bevat een actief alarmbericht dat naar uw mobiele telefoon wordt gestuurd. Dit alarm bevat trillings- en pushberichten. Bovendien is de meteo (weer)/alarmkaart uitgerust met een analoge uitgang die u op een kiezer kunt aansluiten.
Nee, en dit is ook niet nodig omdat de weer sensoren gekalibreerd zijn in de fabriek en normaal gesproken niet afdrijven. We raden wel aan om de sensoren twee keer per jaar schoon te maken en stof en vuil te verwijderen, omdat dit kan leiden tot afwijkingen in de metingen. Op locaties met hoge stofconcentraties moet dit vaker gebeuren. Gebruik alleen water om het weerstation schoon te maken; gebruik geen oplosmiddelen.
Nee, en dit is ook niet nodig, omdat de sensoren gekalibreerd zijn in de fabriek. De sensoren zullen echter wel verouderen. De snelheid waarmee dit gebeurt, hangt af van de omgeving en het gebruik van chemicaliën. We raden aan om de sensoren jaarlijks te vervangen of wanneer er twijfel bestaat over de nauwkeurigheid van de metingen. U kunt de metingen controleren met een gekalibreerde draagbare T/RH-sensor, maar dit vereist wel een goed testprotocol.
ALGEMEEN TESTPROTOCOL VOOR SENSOREN
De referentiesensor moet minimaal dezelfde of hogere specificaties hebben als de werkende sensor (de sensor in gebruik).
Vergelijking van sensoren:
-
Neem tien metingen van zowel de werkende sensor als de referentiesensor met één-minuut intervallen.
-
Bereken het gemiddelde van de eerste vijf en de tweede vijf metingen voor elke sensor.
- Vergelijk de gemiddelden van elke sensor:
- Als het verschil T > 0,5 tot 0,6 °C of de relatieve vochtigheid (RV) > 2 tot 3% is, herhaal dan stappen 1 - 3.
- Als het verschil T > 0,6 °C of de relatieve vochtigheid (RV) > 13% is, vervang dan de sensor.
Als het resultaat OK is, vergelijk dan het gemiddelde van de tien metingen genomen met de werkende sensor met het gemiddelde van de tien metingen genomen met de referentiesensor.
Het controleren van meetwaarden kan enige tijd duren.
Nee, dit is niet mogelijk.
Gebruiker
Ja, u kunt meer gebruikers toevoegen via onze Portal.
Zie §5.4.1 Adding app user of the CloudPortal User Manual.
Nee, dit is niet mogelijk.
Ja, het ontvangen van meldingen is mogelijk in de Android-app.
De app bevat geen trendgrafieken zoals de controller dat doet. Dit is bewust gedaan. Klimaatstatusgrafieken moeten constant worden bijgewerkt en veroorzaken zodoende teveel dataverkeer.
Onze algemene responstijd is meestal minder dan 10 seconden. Als de responstijd meer dan 1 minuut bedraagt, kan dit te wijten zijn aan de snelheid van de internetverbinding van het systeem of het apparaat.
In een eerdere versie van de app werden automatische fasen grijs weergegeven wanneer ze werden overruled door vaste positiecontrole. In the laatste versie is dit niet het geval en zal in de toekomst worden gecorrigeerd.
Nee, de grafieken zijn standaard.
Dit punt staat reeds in onze backlog. Een volledige naam past niet op het scherm / de gebruikersinterface, maar de gebruiker zou een enkele letter kunnen selecteren.
Dit is een alarm dat wordt geactiveerd wanneer de motor niet reageert (of niet snel genoeg reageert). Dit betekent dat de ventilatiepositie gemeten door de sensor niet overeenkomt met de ventilatiepositie berekend door de controller.
Nee, de HortiMaX-Go! controller is ontworpen voor indoor teelt en meet geen regenval.
Dit hangt af van het type controle. Ventilatiecontrole maakt geen gebruik van deze functie.
Dit is een trendgrafiek die de berekende positie van de laatste 2 uur laat zien. (Zie Tegelbody voor meer informatie).
Nee, een voorspoelfunctie is niet beschikbaar in de HortiMaX-Go! Voorspoelen is mogelijk bij de CX500, de MultiMa en de Aqua CX300.
Technische problemen en probleemoplossing
80% van de communicatieproblemen worden veroorzaakt door een onjuist kabeltype/ verbinding of kabel lengte. Ten minste 10% van de problemen wordt veroorzaakt door onvoldoende aarding. In minder dan 1% van de gevallen is er daadwerkelijk een probleem met de apparatuur.
Aanbevolen handelwijze:
Controleer de voeding van de Smart Switch
-
De voeding moet DC24V zijn;
-
DC0V van deze voeding moet worden aangesloten op [PE].
Controleer het BUS-kabel type
-
Kabeltype moet geschikt zijn voor bussystemen gebaseerd op RS485;
-
Twisted pair(s);
-
Afgeschermd;
-
Impedantie 120 [Ohm].
Controleer de aansluitingen van [A] [B]
-
Twisted pair [WH] = [A], [BN] = [B] (wanneer aanbevolen BUS-kabeltype UNITRONIC LD 2x2x0.22 wordt toegepast).
Controleer de signaalaarde [SGND]
-
De [SGND] (Signaalaarde) van de verschillende kasten zijn met elkaar verbonden via één draad van een getwist paar [GN] (wanneer aanbevolen BUS-kabeltype UNITRONIC LD 2x2x0.22 wordt toegepast).
-
De [SGND] in een kast is verbonden met [PE] van die kast.
Controleer de kabelafscherming
-
De [SH] (Kabelafscherming) is ALLEEN verbonden met [PE] in de controllerkast.
-
De kabelafschermingen van inkomende en uitgaande BUS-kabels in Smartswitch-kasten zijn aan elkaar gesplitst en zijn NIET verbonden met [PE].
Controleer de netwerkafsluitingen.
-
Beide uiteinden van het netwerk moeten worden afgesloten met een 120 [Ohm] weerstand.
-
Er mogen slechts twee afsluitweerstanden in het RS485-segment zijn.
Controleer de BUS-kabellengte
-
De maximale lengte van de RS485 BUS-kabel in de installatie is 1200 [m];
Deze lengte is alleen van toepassing wanneer een geschikt RS485 BUS-kabeltype wordt gebruikt in de installatie.
-
De RS485 BUS-kabellengte kan met nog eens 1200 [m] worden verlengd door een RS485 BUS-verlenger [ Moxa Repeater TCC-120I artikelnummer 50508740] toe te passen.
Controleer het BUS-signaal
Ridder adviseert om een scope of 'bus sniffer' te gebruiken om de signaalsterkte te meten/weergeven om te controleren of er een duidelijk signaal is.
Ridder servicemonteurs gebruiken dit apparaat om alle soorten netwerkcommunicatie en bussen te onderzoeken. Het is erg handig en eenvoudig te gebruiken, en ook zeer betaalbaar. (Klik voor meer informatie op deze link: PICO scope 2000 series).
Communicatie met de MTV-Go! Smart Switch heeft de neiging om op een bepaald moment te falen en kan dan niet meer worden hersteld.
Dit is een bekend probleem met de bekabeling en/ of de stroomvoorziening in plaats van met de Smart Switch zelf. In de meeste gevallen is het niet nodig om de Smart Switch te vervangen.
Zie ook: Waarom is er geen communicatie tussen mijn systeem en de Smart Switch?
Dit probleem doet zich soms voor bij de eerste serie van de MTV-Go!. De Smart Switches in de eerste serie hebben een chip die niet kan worden bijgewerkt. Er zijn nauwelijks wijzigingen aangebracht aan de firmware van de MTV-Go!, dus het is niet nodig om de PCB bij te werken.
De MTV-Go! kan onder bepaalde omstandigheden iets hogere of lagere waarden registreren. Met name wolkenreflectie kan de nauwkeurigheid van de stralingsmeting tot op zekere hoogte beïnvloeden. Dit komt door het meetbereik van de sensor, zoals vermeld in de specificaties.
Om dit probleem op te lossen: verwijder de stralingsgladheidsfactor van 80%, maar laat de vertragingstijd voor het openen van het scherm op basis van straling zoals het is. Als gevolg hiervan zal het schaduwscherm openen op basis van de directe meetgegevens van de stralingssensor, in plaats van het gladgestreken stralingsniveau dat door de controller is berekend.
De controller zou het IP-adres automatisch moeten vernieuwen op een vooraf bepaalde tijd (dit is alleen relevant als u een CloudBoX hebt). Soms verliest de controller zijn verbinding en haalt dan het IP-adres niet meer op.
In plaats van de controller opnieuw op te starten, kunt u het IP-adres handmatig vernieuwen in het verbindingsmenu (u kunt de instelling IP-adres automatisch verkrijgen vinden door dit pad te volgen: ).
Dit wordt veroorzaakt door onjuiste aarding van de sensor. Een nieuwe manier om de sensor aan te sluiten (bedradingsschema) is hier te vinden.
Update het systeem naar firmware version 2.5.1 of hoger om dit probleem op te lossen.
Irrigatie
De Smart Switches voor alarm (en meteo), de systeempomp en een kranenmodule.
Een standaard FertiMiX-Go! unit heeft in de basis ook een EC kaart voor sturing van twee meststofkanalen en een pH kaart voor een zuurkanaal.
Net zoveel als er kranen zijn. Het maximum aantal kranen is 96; verdeeld over 12 modules met elk 8 kraancontactrelais.
No | Item | Beschrijving |
---|---|---|
01 | Drainwater | Drainwater is het voedingswater dat niet door het gewas wordt opgenomen tijdens de teelt op substraat. |
02 | Verswater | Verswater wordt aangevoerd en kan worden gemengd met drainwater (1) voordat het naar de mengtank wordt gepompt, of het verse water gaat rechtstreeks naar de zoetwaterpomp (6). |
03 | Leveringsklep (EC / Flow) | Met het mengventiel kan het afvoerwater en het gemengde verswater worden gemengd op basis van de waarde die door de EC-sensor (4) wordt gemeten. |
04 | EC-sensor | De EC-sensor meet de waarde en geeft deze door, zodat de gewenste EC-waarde kan worden gemengd. |
05 | Vulpomp | De vulpomp vult de mengtank met een samenstelling van afvoer en vers water. |
06 | Verswaterpomp | De Verswaterpomp biedt de mogelijkheid om het verse water ook voor andere doeleinden te gebruiken. |
07 | Dosering groep | De doseergroep zorgt voor het mengen van meststoffen op basis van meting van de EC- en pH-sensoren (9). |
08 | Mengtank | De vulmodule regelt de watertoevoer naar de mengtank. Het water stroomt via de vulmodule in de mengtank. De mengtank is gevuld met een samenstelling van drain- en zoetwater en wordt, indien gewenst, door de doseergroep (7) van meststoffen voorzien. |
09 | pH EC-monitor / regelsensor | De pH- en EC-monitor/controlesensoren bieden de mogelijkheid om de EC/ pH-waarde te monitoren om de gewenste hoeveelheid meststoffen in te kunnen stellen. |
10 | Systeem pomp | De systeempomp pompt het water uit de mengtank naar de irrigatiegroep (12). |
11 | Flow sensor | De optionele flow sensor biedt de mogelijkheid om naast water geven op basis van tijd ook liters per minuut te irrigeren. |
12 | De irrigatiegroep | Het water stroomt in de irrigatiekleppen die het vervolgens aan de gewassen leveren. |
Maximaal 4 meststoffen.
In de software stelt u de doseer ratio in per kanaal; dit kan per watergiftgroep. De ratio is een verhouding voor de aanwezige doseerkanalen. De juiste mengverhouding wordt bereikt door klepjes pulserend te openen. Op basis van de ingestelde EC zal de regelaar doorgaan met doseren tot de gewenste EC is bereikt.
Dit hangt af van de concentratie, viscositeit en type van de meststof.
Nee, maar het heeft wel veel voordelen. Met het weerstation kan automatisch de gps locatie worden bepaald en kan er op basis van straling worden gestart.
De flow van de mest doseerkanalen kan met een draaiknop handmatig worden geregeld. Normaal staat dit maximaal voor elk kanaal gelijk. De meststof verhouding wordt bereikt door de software die de pulserende kleppen aanstuurt.
Er zijn drie type automatische startvoorwaarden: twee op basis van tijd en één op basis van straling. De cyclische tijdstart kan fungeren als maximum. Als er binnen de cyclustijd geen andere start heeft plaatsgevonden, zal de cyclustijd als maximum fungeren.
De FertiMiX-Go! kent geen instellingen voor aantal druppelaars en kan dus niet bepalen hoeveel er per druppelaar wordt gegeven. Er zijn instellingen voor de kraangroep op basis van tijd en totaal liters. Deze laatste is een optie en komt beschikbaar bij het aansluiten van een literteller.
Ja, door de kranen als individuele kraangroep te gebruiken.
Ja, bij de sensoren is een menu die een wizard voor het kalibreren opent. De wizard zal u in een viertal simpele stappen door het kalibratieproces leiden.
Nee, niet met de HortiMaX-Go!. HortiMaX CX500, MultiMa of Aqua CX300 kennen deze mogelijkheid wel.
Nee, per unit is nu nog een controller nodig.
Ja, maar hiervoor dient wel minimaal een Smart Switch pomp gebruikt te worden.
Ja, dat kan. Er zijn wel beperkingen op de maximale watergift in liters per kraangroep; die is nu 1000 liter per beurt.
De controller heeft hiervoor nog geen aparte instellingen. Het zal dus afhangen van de uitvoering van de injectie unit.
Het programma heeft voor het opbouwen van de irrigatieregeling minimaal een systeempomp en een kranenkaart nodig. Een complete unit is dus niet nodig. Het programma is echter wel beperkt tot één watergift unit. Het heeft dus geen zin om twee systeempompen aan te sluiten; alle kranenkaarten zullen aan één unit worden gekoppeld.
Mogelijk is het apparaat bezig met een andere irrigatiegroep of wacht het op de handmatige startopdracht. Het apparaat zal starten zodra het weer beschikbaar is.
Als u meerdere malen op de startknop tikt, worden meerdere starts gegeven.
Ook geldt de minimum pauzetijd; deze instelling per watergift groep voorkomt té frequente starts.
Het interval tussen watergift beurten is beperkt door de minimum pauzetijd voor de irrigatiegroep.
Als de bedieningsknop van de systeempomp op 'handmatig uit' staat, is de pomp niet beschikbaar.
Na een herstart of stroomuitval wordt de ingevoerde waarde van de stralingssom niet behouden; deze wordt op inactief gezet (- -). Controleer na een herstart of stroomuitval de watergift instellingen. Vul, indien gewenst, de startvoorwaarden opnieuw in.
De start bij stralingssom kunt u instellen door bijvoorbeeld dit pad te doorlopen: .
Vanaf versie 1.2.9 blijft de instelling voor start bij stralingssom wel behouden na een herstart.
Klimaat
De standaard meetbox is de MTV-Go!. Dit is een elektronische meetbox voor temperatuur en luchtvochtigheid.
Ja, hiervoor kan een losse sensorbox worden gekocht die wordt aangesloten op de MTV-Go!.
Nee, elke zone heeft één MTV-Go! en optioneel een CO2 meetbox. De zone toewijzing vindt plaats met de DIP-switch. Indien er twee meetboxen met hetzelfde zone adres toegepast worden, zal de regelaar alleen de meetbox met het laagste volgnummer weergeven.
Kalibreren op veldniveau is erg onnauwkeurig, daarom zijn de sensoren eenvoudig om te wisselen. Het advies is dit regelmatig te doen voor de meest nauwkeurige metingen.
De automatische ventilatieregeling houdt rekening met de ingestelde waarde en de gemeten kastemperatuur. Bij de opening van de ramen spelen de buitentemperatuur en windsnelheid een belangrijke rol. De regeling berekent een optimale opening op basis van de gemeten waarden binnen en buiten de kas.
Ja, hiervoor is een instelling in het regelmenu van de ramen.
De ramen worden in principe op looptijd gestuurd. Als de eindcontacten zijn aangesloten op de Smart Switch kan de regeling zelf de looptijd bepalen en stopt het regelen bij de posities 0 en 100%. Als er geen eindcontacten zijn aangesloten, moet de looptijd handmatig worden ingevoerd en stuurt de regelaar continu bij een stand van 0 en 100%.
Ja, tenzij er eindcontacten zijn aangesloten (en inkomen).
Ja, dit kan per Smart Switch gedaan worden. Deze offset zorgt ervoor dat de regelaar pas na de ingestelde tijd rekent dat de 0% stand is verlaten.
Het systeem synchroniseert altijd bij 0 en 100%. Er is ook een mogelijkheid om dit meermaals (tot 24 keer per dag) automatisch in te stellen. De regeling zal:
- open sturen als de ramen dichter bij 100% zijn.
- dicht sturen onder de 50%.
Ja, met 5 afzonderlijke Smart Switches kan dit. In combinatie met hulprelais kan dit ook met slechts één Smart Switch. Echter, dan kan er geen gebruikgemaakt worden van de eindcontactenregeling en kan de motorbeveiliging (PKZ) alleen als groep in serie worden uitgelezen.
Ja, tot -20 °C.
Het maximum aantal te koppelen Smart Switches is 32. Er is minimaal altijd een Meteo/ Alarm Switch en per zone een meetbox nodig.
De Smart Switch Fan geeft alleen een aan/ uit signaal.
Ja, dit kan door de fases goed in te stellen. Bij koelfase 1 de eerste stap, daarna de tweede enzovoort. De regeling houdt geen rekening met looptijden en wisselt de ventilatoren niet af.
Ja, op basis van vocht is er een minimum in te stellen. Er zijn verder:
- een automatische regeling op basis van verwarmingstemperatuur.
- een vaste standregeling op basis van de gemeten kaslucht.
- een algemene maximum stand.
Ja, de vochtbegrenzingen hebben prioriteit boven temperatuur. Als de luchtvochtigheid boven de vochtdrempel komt, zal de daar ingestelde waarde voor luchtbevochtiging gelden. Zie Faseregeling voor meer informatie.
Het windsnelheidstraject is een begrenzing op de raamstand. Wanneer de windsnelheid hoger is dan de ingestelde start van het traject zullen de ramen niet verder open gaan dan de berekende maximum stand. De berekende maximum stand wordt proportioneel bepaald tussen het begin en het einde van het windsnelheidstraject.
Voorbeeld
- Start windsnelheidstraject = 4.
- Einde windsnelheidstraject = 8.
- Maximum stand = 20.
U kunt waarden voor het windsnelheidstraject invullen door bijvoorbeeld dit pad te doorlopen:.
Er is een directe begrenzing van de ramen wat kan leiden tot een te snelle reactie. Vanaf versie 1.2.6 is er, nadat de regen is gestopt, een wachttijd van vijf minuten. Dit voorkomt dat de ramen te snel worden vrijgegeven.
In het configuratiemenu kunt u terugvinden welke softwareversie u heeft. Doorloop hiervoor dit pad: .
Informeer bij uw leverancier naar updates.
Ja, vanaf versie 1.2.5 kan de minimum tijd aan en minimum tijd uit ingesteld worden. Dit voorkomt onrustig regelgedrag. Doorloop hiervoor dit pad: .
Als een heteluchtkachel overgedimensioneerd is of (te) dicht bij de meetbox hangt, zal de gewenste temperatuur zeer snel bereikt worden en de startvoorwaarde (te) snel komen te vervallen. Plaats meetboxen op een representatieve plek en niet te dicht bij de heteluchtkachel.
De automatische regeling probeert een optimale ventilatie opening te creëren op basis van de gemeten waarden in en buiten de kas.
Hierbij is het uitgangspunt: de ingestelde temperatuur bij de eerste koelfase waar automatisch is geselecteerd. Indien er een vaste waarde is ingesteld bij de eerste koelfase, dan zal die gelden. De automatische regeling zal deze fase niet gebruiken voor de berekening. Zie ook Automatische regeling.
Met de regelsnelheid geeft u aan hoe u wilt dat de automatische regeling reageert op afwijkingen. Door deze te verhogen (boven de 50%), wordt er sneller gereageerd. Door de regelsnelheid te verlagen (onder de 50%), trager.
Om de regelsnelheid in te vullen, kunt u bijvoorbeeld dit pad doorlopen: .
Dit is de neutrale fase.
Het kan gewenst zijn dat er ondanks dat de temperatuur binnen de gewenste waarden valt - de zogenaamde dode zone tussen te warm en te koud - toch een bepaalde regelactie gewenst is. In de neutrale fase kan bijvoorbeeld een vaste raamstand gelden of een minimum buis temperatuur ingesteld worden.
De buisverwarmingsregeling werkt op een vaste ingestelde buistemperatuur of automatisch.
De circulatiepomp zal aangaan als er een warmtevraag is. Dit wil zeggen dat de gemeten buistemperatuur onder de berekende waarde is.
De circulatiepomp gaat uit als de gemeten waarde hoger is dan de berekende waarde.
Om de 'gewenste buistemperatuur pomp aan' in te vullen, doorloopt u dit pad: .
De vaste waarde per fase werkt als minimum. Immers, alleen de automatische regeling kan een hogere waarde berekenen.
Als de ingestelde maximum waarde lager is dan de ingestelde vaste waarde, zal het maximum prioriteit krijgen.
Van hoog naar laag: stormbegrenzing, regen begrenzing, vaste positie, automatische regeling. De ontvochtiging en bevochtiging gelden als minimum en maximum waarde boven de berekende waarde van de koelfase.
Storm en regen hebben dus altijd de hoogste prioriteit en overrulen alle regelingen.
Hardware
De maximale buslengte is 500 meter. U kunt dit eventueel met een Moxa versterker verlengen tot 1000 meter.
UNITRONIC BUS LD 2x2x0.22 (Shielded Twisted Pair) of een gelijkwaardige RS-485 kabel.
Omdat de controller chip deze eigenschap heeft en hiermee ook ondersteuning biedt voor zowel 50 als 60hz stroomnetten. De decentrale DC24 V voedingen zijn wereldwijd zeer goed verkrijgbaar en niet kostbaar.
Ja, de secundaire kant van de Smart Switch bevat relais die zowel voor AC als DC24 V geschikt zijn.
5 Watt, 1 Ampère bij 24 Volt, AC/DC.
In het hoofdpaneel zit een standaard voeding die alleen de Smart Switches in het hoofdpaneel (maximaal 5 à 6), de panel PC en de CloudBoX van voeding voorziet. Andere onderdelen, zoals: relais (die door de outputs worden gestuurd) en overige Smart Switches, hebben een eigen voeding nodig met voldoende vermogen.
De HortiMaX-Go! onderscheidt zich door de afwezigheid van reguliere IO modules. Dit levert een besparing op in de infrastructuur, maar dit beperkt de mogelijkheid voor het aansluiten van analoge sensoren.
Nee, dit zou ernstige veiligheidsrisico’s met zich meebrengen. Voor remote bediening is een speciale CloudBoX ontwikkeld.
Nee, om te voorkomen dat er een risico is op overspanning, leveren wij speciale kraan extensiepanelen. Hierin zijn het vermogen en de maximale output wel veilig.
In theorie kan dit. Echter, als u een analoge schakelaar voor de bediening gebruikt, is dit niet bekend bij de HortiMaX-Go! controller. De controller zal dan niet de juiste status weergeven en er kunnen riskante situaties ontstaan.
Ja, dan fungeert de Smart Switch als analoge schakelaar.
Ja, maar deze hebben een langere levertijd.
Nee, de behuizing is zo ontworpen dat dit niet nodig is. De natuurlijke ventilatie en dubbele afscherming voorkomen te grote invloeden van instraling. Voordeel is dat de meetbox minder snel vervuild.
Nee, de Meteo-Go! heeft een speciaal busprotocol wat andere weerstations niet hebben.
De HortiMaX-Go! controller heeft zelf helemaal geen IO. Voor stuur- en meetfuncties zijn de speciale Smart Switches ontwikkeld.
3 Smart Switches.
Maximaal 8. Hierbij is het maximale opgenomen vermogen begrenst. Indien het vermogen van de kranen het toegestane maximum overschrijdt, zullen hulprelais nodig zijn voor de sturing.
Met de HortiMaX-Go! app kan de volledige regelaar worden bediend. Om beveiligingsproblemen en performance issues te voorkomen, is dit niet rechtstreeks mogelijk.
Ja, de verbinding van de remote bediening verloopt altijd via een normale netwerkverbinding en via een router. Dit is geen enkel probleem als deze router verbinding maakt naar internet met 4G. De enige voorwaarde is dat de regelaar en de HortiMaX-Go! CloudBoX in hetzelfde netwerk zitten waarop internet is.
Ja, het is mogelijk om meerdere regelaars toe te passen. Hierbij kan de informatie van het weerstation worden gedeeld. Verder is er geen communicatie tussen regelaars. De regelaars worden verbonden via een normaal LAN netwerk. Hiervoor is minimaal een router met DHCP nodig.
De regelaar zelf krijgt wel een eigen volgnummer dat kan worden gewijzigd. Op deze wijze kunnen de regelaars herkend worden. De regelaars hebben verder geen onderlinge communicatie en kunnen dus niet doornummeren.
Eindschakelaar terugmelding bij 0 en 100% en/of Raamstand potmelders van type 1000 ohm.
Raamstand potmelders kunnen alleen aangesloten worden op de daarvoor bedoelde Smart Switches. Deze zijn alleen op speciale bestelling beschikbaar en kennen een langere levertijd. Standaard heeft de Smart Switch wel altijd ingangen voor de eindstandmelders; deze worden normaal gesproken met draadbruggen doorverbonden. Om de eindmelders aan te sluiten, moeten de draadbruggen verwijderd worden.
Op de inserts van de betreffende Smart Switch staan de aansluitingen aangegeven. Bij de waterunits worden complete aansluitschema's meegeleverd.
Voor aansluitschema's, zie Aansluitschema's.
Dit is niet bepaald. Als de regendruppels verbinding maken tussen de contacten kan regen gemeld worden. De regensensor is altijd iets verwarmt om condens en mist niet als regen te detecteren. Bij zeer dichte mist kan wel regen gedetecteerd worden. Wanneer eenmaal regen gedetecteerd is, zal de regen begrenzing minimaal vijf minuten aanhouden. Ook als de regendetectie is komen te vervallen; dit om te voorkomen dat de ramen te snel openen.
Kleurechtheid waarde 6 - 7.
Nee, dit kan niet. Alleen de LAN-poort werkt voor netwerkverbinding.
Open - uit - automatisch - uit - dicht. Indien de schakelaar in de 'uit'stand staat, zal de regelaar niet kunnen sturen en worden er geen sturingen naar de relais doorgegeven.
Voorbeeld
0% | 0-100% | 100% | |||
---|---|---|---|---|---|
Ventilatie | dicht | uit | auto | uit | open |
Scherm | open | uit | auto | uit | dicht |
Als er een nieuw IP-adres wordt toegewezen door de router; wordt dit automatisch verwerkt door de HortiMaX-Go!.
Het uitlezingenscherm toont de oude gegevens, omdat deze eenmalig worden opgehaald. Om de actuele gegevens te zien, dient u de HortiMaX-Go! opnieuw op te starten.
Software
Voor de controller zijn de volgende talen beschikbaar (per 16-3-2017): Nederlands, Engels, Duits, Spaans, Frans, Chinees, Pools, Koreaans, Italiaans, Russisch en Turks.
Ja, de HortiMaX-Go! app kan gedownload worden in de App Store en de Play Store. Deze app heeft een demo modes die alle bedieningselementen toont.
Ja, deze kunt u hier bekijken: .
In een grafiek wordt de stralingssom niet in joules getoond.
Tussen de periodes kunnen de ingestelde temperaturen (sterk) variëren. Bijvoorbeeld: de koelingsfase staat in periode 1 op 20 °C en in periode 2 op 18 °C. De berekende temperatuur zou dan bij de periode overgang direct van 20 naar 18 springen en een te sterke klimaatschommeling teweegbrengen. Om dit te voorkomen, worden de op- en afbouwtijden gebruikt. Zo wordt de berekende waarde geleidelijk (proportioneel) naar het nieuwe setpoint berekend.
Voorbeeld
Ingestelde ventilatie temperatuur
- Periode 1 = 06:03 - 18:38 = 20 °C.
- Periode 2 = 18:38 - 06:03 = 18 °C.
- Op- en afbouwtijd zijn beide 30 minuten.
De wachttijd fase is de tijd die moet zijn verstreken om naar een volgende fase stap te gaan. Dit voorkomt te snelle wisseling van berekende waarden als de temperatuur niet stabiel is.
Om de afwijking te corrigeren, kunnen de ramen automatisch gesynchroniseerd worden; hierbij worden de ramen geheel geopend of geheel gesloten. Door een lange stuurpuls te geven, kan met zekerheid gesteld worden dat de ramen de eindpositie hebben bereikt. De synchronisatie kan gepland worden voor elke individuele ventilatiesturing. U kunt meerdere vaste momenten per dag inplannen.
U kunt het tijdstip synchroniseren instellen door bijvoorbeeld dit pad te doorlopen en vervolgens te tikken op . Het venster Tijdstip synchroniseren opent.
De klimaatregeling kan niet werken zonder input van een temperatuur en luchtvochtigheid sensor; de ventilatieregeling vereist ook het weerstation. Dit is een afhankelijkheid. Het programma zal de configuratie niet afmaken als deze onderdelen ontbreken.
Data kan geëxporteerd worden. Hiervoor heeft u het volgende nodig:
- een account op de CloudPortal.
- 'Controller type 2' hardware (drie USB-poorten) met firmwareversie 1.4.2 of hoger.
- een exportlicentie (te koop via de CloudPortal).
Bekijk Stappenplan CloudPortal of de Gebruikershandleiding CloudPortal voor meer informatie.
Data export werkt niet in combinatie met een HortiMaX-Go! controller type 1. Als dit wel wordt aangezet, werkt het systeem niet meer.
Momenteel is dat nog niet mogelijk, maar de data wordt wel opgeslagen in de cloud.
De Meteo-Go! bevat een gps chip. Op basis hiervan worden de locatie en daarmee de astronomische tijden vastgelegd. De regelaar kan dit automatisch invullen, maar de gps locatie kan ook handmatig worden ingegeven.
Mogelijke oorzaken (en oplossingen) hiervoor zijn:
- De locatie is niet juist ingevoerd. Laat de gps-coördinaten automatisch bepalen of voer handmatig de juiste lengte- en breedtegraad in.
- De offsets voor tijdzone zijn niet juist ingevoerd voor winter- en/of zomertijd. Controleer deze en pas het aan.
4 voor water en 4 voor klimaat. Voor elke groep of zone kan dit apart worden ingesteld.
Nee, alle instellingen zijn bereikbaar. De systeem configuratie is onder de klok te vinden. De regelingen zelf hebben ook enkele configuratie-instellingen. Hiervoor zijn geen beperkingen aan de toegang.
Data kan geëxporteerd worden. Hiervoor heeft u het volgende nodig:
- een account op de CloudPortal.
- 'Controller type 2' hardware (drie USB-poorten) met firmwareversie 1.4.2 of hoger.
- een exportlicentie (te koop via de CloudPortal).
Bekijk Stappenplan CloudPortal of de Gebruikershandleiding CloudPortal voor meer informatie.
Data export werkt niet in combinatie met een HortiMaX-Go! controller type 1. Als dit wel wordt aangezet, werkt het systeem niet meer.
Ridder Growing Solutions publiceert updates via de ondersteuningsportal. Zie Update voor meer informatie.
Cloud + HortiMaX-Go! app
De CloudBoX is de link tussen de (vaste) controllers en de server. Hier wordt alle gewijzigde data van de controllers verzameld en vervolgens worden er updates naar de cloud gestuurd. De CloudBoX zorgt voor een connectie tussen de controllers en de cloud server. Mede doordat de CloudBoX de gegevensstroom beheerd, wordt de controller niet overbelast. Als meerdere gebruikers tegelijkertijd met de controllers bezig zijn, dan verwerkt de CloudBoX deze gegevensstroom.
Zowel de CloudBoX als de controller moeten ingesteld worden op DHCP en automatisch een IP-adres van een router (DHCP-master) krijgen. Er is slechts één voorwaarde voor plaatsing, namelijk: het moet aangesloten zijn op hetzelfde netwerk (bereik). Een logische plek is bijvoorbeeld naast de router, maar in principe is elke plaats geschikt. Zorg ervoor dat de CloudBoX aangesloten is aan een goede voeding.
De app is verkrijgbaar via de App Store en de Play Store. De app kan gratis gedownload worden op elk apparaat met Android of IOS.
Voor de HortiMaX-Go! app heeft u toegangsgegevens nodig. Deze gegevens worden beheerd op de CloudPortal. Zie Stappenplan CloudPortal of de Gebruikershandleiding CloudPortal voor meer informatie.
Het gebruik van de app is vergelijkbaar met het gebruik van de HortiMaX-Go! panel pc.
- De controller heeft geen IP-adres toegewezen gekregen. Dit kan gebeuren als het systeem opnieuw start na bijvoorbeeld: spanningsuitval. Lees het IP-adres uit om dit te controleren. Als hier geen geldig IP-adres wordt vermeld (bijvoorbeeld: 0.0.0.0) start dan de controller opnieuw op en controleer opnieuw. De verbinding zal zichzelf herstellen als er een IP-adres is toegekend.
- De CloudBoX is offline of zit in een ander netwerksegment dan de HortiMaX-Go!. Controleer of de CloudBoX zichtbaar is in het cloudmenu van de HortiMaX-Go!. Als dit niet zo is: controleer de status van de CloudBoX door te kijken of het 2e ledje van rechts regelmatig knippert. Als dit niet het geval is: controleer de lokale netwerkaansluitingen en instellingen om er zeker van te zijn dat de HortiMaX-Go! en de CloudBoX in hetzelfde netwerksegment zitten.
- Het cloud account is verlopen. Verleng het account in het gebruikersportaal.
Zie ook: HortiMaX-Go! offline in app.
Ja, de HortiMaX-Go! app is wereldwijd beschikbaar (zolang u een internetconnectie heeft).
De HortiMaX-Go! app is beschikbaar in de App Store en Google Play.
Nederlands, Engels, Russisch, Duits, Frans, Spaans, Chinees, Pools, Turks, Koreaans en Italiaans.
Nee, de app slaat op dit moment geen gegevens op.
Data kan geëxporteerd worden. Hiervoor heeft u het volgende nodig:
- een account op de CloudPortal.
- 'Controller type 2' hardware (drie USB-poorten) met firmwareversie 1.4.2 of hoger.
- een exportlicentie (te koop via de CloudPortal).
Bekijk Stappenplan CloudPortal of de Gebruikershandleiding CloudPortal voor meer informatie.
Data export werkt niet in combinatie met een HortiMaX-Go! controller type 1. Als dit wel wordt aangezet, werkt het systeem niet meer.
- New Data export is aangevraagd.
- Processing Uw data export aanvraag wordt verwerkt.
- Failure Er is een onverwachte fout opgetreden. Probeer het nogmaals (met verschillende instellingen) of neem contact op met de helpdesk.
- Finished Uw data export aanvraag is uitgevoerd. Klik op Downloadenom het rapport te downloaden.
- NoData De aangevraagde data is niet beschikbaar. Controleer of uw systeem aan alle voorwaarden voldoet. Is dit het geval? Herstart uw HortiMaX-Go! controller.
Ja, dat kan. Voor meer informatie kijkt u bij Internetconnectie CloudBoX.
Als de vervaldatum van de CloudBoX aanbreekt, dient u de licentie te verlengen. Zo kunt u weer een jaar lang gebruikmaken van de CloudBoX. Doorloop de volgende stappen om de CloudBoX te verlengen:
- Klik op Winkelwagen. Het venster CloudBoX opent.
- Klik op Toevoegen aan winkelwagen + Begin bestelproces. Het venster CloudBoX sluit af. De pagina Winkelwagen opent.
- Doorloop het bestelproces.
U heeft de CloudBoX licentie verlengd.
Bovenstaande stappen dient u op de CloudPortal te doorlopen. Bekijk: Stappenplan CloudPortal voor meer informatie.