Configuratie-instellingen

Na het scannen wordt het systeem opgebouwd met de juiste regelingen. De regelingen zullen echter nog niet volautomatisch sturen; hiervoor moeten eerst enkele configuratie-instellingen en diverse regelwaarden ingesteld worden. Om bij de configuratie-instellingen te komen, tikt u op de systeemtijd ''.

Figuur 41: Als u op de systeemtijd tikt, opent het configuratiemenu.

Voor configuratie-instellingen doorloopt u het pad: .

U dient minimaal in te stellen:

  • Tijd Voor tijdgerelateerde instellingen, zoals: systeem datum/tijd, tijd formaat en tijdzone. Klik Geslotenhier.
  • Locatie Voor het bepalen van de zonsopkomst en -ondergang is de locatie van het systeem noodzakelijk. Klik Geslotenhier.
  • Netwerkadres Indien een netwerk nodig is, dient u de netwerkinstellingen te controleren. Klik Geslotenhier.
  • Fysieke onderdelen Bij verschillende regelingen vindt u de paarse tegels van de fysieke onderdelen. Klik Geslotenhier.

Tijd

Om de automatische regelingen op het juiste moment te laten sturen, moet de tijd correct worden ingesteld. U vindt de benodigde instellingen bij de instellingen ''.

De tijdgerelateerde instellingen zijn:

  • systeem datum/tijd

    De systeem datum/tijd wordt automatisch weergegeven. Controleer of de instelling Systeem datum/tijd goed staat.

  • tijd formaat

    U kunt kiezen uit een 12-uursnotatie (met AM en PM) of een 24-uursnotatie. Gebruik de instelling Tijd formaat.

  • tijdzone

    U dient aan te geven wat de huidige tijdzone is en de offset (compensatie) afhankelijk van uw locatie in te vullen.

Huidige tijdzone

De HortiMaX-Go! kan niet automatisch bepalen wanneer het zomer- of wintertijd wordt, omdat de zomer- en wintertijd niet overal gelijktijdig ingaan en in sommige landen de regels omtrent deze tijden verschillen. U zult de huidige tijdzone handmatig moeten bijstellen.

  • Tik op de instelling Huidige tijdzone.
  • Selecteer de tijdzone.
  • Tik op bevestigen ''.

U heeft de huidige tijdzone ingesteld.

Offset tijdzone zomer- en wintertijd

De tijdzone offset voor zomer- en wintertijd bepaalt u ten opzichte van UTC (de standaardtijd). Dit is het aantal uren/minuten afwijking van de lokale tijd ten opzichte van de UTC. Dit dient zowel voor de zomer- als de wintertijd ingevoerd te worden, waarbij de zomertijd meestal 60 minuten minder is dan de wintertijd.

Gebruik de instellingen Offset tijdzone wintertijd en Offset tijdzone zomertijd om handmatig de offset in te vullen.

Voorbeeld

Voor een locatie in Noord-Amerika is de offset -5 uur. In de HortiMaX-Go! worden dan de volgende gegevens ingevuld:

  • Offset tijdzone wintertijd [min] = -300.
  • Offset tijdzone zomertijd [min] = -240.

Locatie

Voor het bepalen van de zonsopkomst en -ondergang is de locatie van het systeem noodzakelijk. De locatie kan automatisch worden opgehaald of handmatig worden ingevuld.

Automatisch ophalen

Indien een Meteo-Go! is aangesloten op uw systeem, dan kan de locatie automatisch worden bepaald op basis van de interne gps-chip.

De locatie instellingen kunt u vinden bij de instellingen ''.

Figuur 42: De instelling GPS-coördinaten voor Meteo staat aan.

Handmatig invullen

Een gps locatie kan op meerdere manieren worden aangeduid. De HortiMaX-Go! gebruikt de 'signed degrees' aanduiding. Dit houdt in:

  • Voor het oostelijk halfrond - dit is oostelijk van Greenwich - wordt een positieve lengtegraad gebruikt.
  • Voor het westelijk halfrond wordt een negatieve lengtegraad gebruikt.
  • Voor het noordelijk halfrond - dit is noordelijk van de evenaar - wordt een positieve breedtegraad gebruikt.
  • Voor het zuidelijk halfrond wordt een negatieve breedtegraad gebruikt.

De instellingen Lengtegraad en Breedtegraad kunt u vinden bij de instellingen ''. Door op lengtegraad (of breedtegraad) te tikken, kunt u handmatig de locatie invullen.

Netwerkadres

Wanneer de HortiMaX-Go! juist is aangesloten op het netwerk wordt het IP-adres automatisch opgehaald. Voor het automatisch instellen van het IP-adres gebruikt het systeem DHCP; handmatig een adres kiezen is niet mogelijk.

De netwerkgegevens kunt u vinden bij de netwerkinstellingen ''.

Figuur 43: Netwerkinstellingen

  • Zet de instelling IP-adres automatisch verkrijgen op 'Ja'.
  • Controleer of de adressen worden ingevuld.

Indien dit niet het geval is: controleer of de bekabeling juist is aangesloten en de router is ingesteld op DHCP server. Neem zo nodig contact op met de netwerkbeheerder.

Fysieke onderdelen

De paarse tegels horen bij de fysieke onderdelen (aangesloten apparaten) in het systeem. Bij een deel van de apparaten kunt u specifieke eigenschappen of configuratie-instellingen '' vinden. Bij andere kunt u alleen gegevens bekijken in het uitleesvenster ''.

Figuur 44: Paarse tegels.

Voorbeeld

Bij een kraan kunt u alleen informatie aflezen, zoals: status kraan. De flowmeter heeft zowel configuratie-instellingen als een uitleesvenster. U kunt namelijk de k-factor instellen en onder andere de doorstroming aflezen.

Figuur 45: Links: bij kranen treft u alleen het uitleesvenster; rechts: de flowmeter heeft zowel configuratie-instellingen als het uitleesvenster.