Irrigatieregeling

Om irrigatie te sturen, heeft u minimaal Smart Switches voor alarm (en meteo), de systeempomp en een kranenmodule nodig.

Voor het gebruik van de irrigatieregeling dient u het volgende in te stellen:

Net als de klimaatregeling maakt de irrigatieregeling gebruik van periodes. Deze kunt u vinden bovenin het instellingenscherm; hiervoor doorloopt u bijvoorbeeld het pad: . Tik op een periode om het venster Periodes instellen te openen. Bekijk Periodes voor meer informatie.

De irrigatie-instellingen, zoals: kranen tegelijk en sensoren kalibreren, dienen tijdens de installatie te zijn doorlopen. Bekijk Irrigatie-instellingen voor meer informatie.

Kranen toewijzen aan kraangroepen

Het irrigatieprogramma werkt met kraangroepen. Een kraangroep bestaat uit één of meerdere kranen met gezamenlijke startvoorwaarden en irrigatie-instellingen.

Om kranen aan een kraangroep toe te wijzen, dient u het volgende pad (per kraangroep) te doorlopen: .

  • Tik op kranen aan groep koppelen ''. Een pop-up venster opent.
  • Selecteer de kranen die u aan de groep wilt toewijzen door deze aan te tikken. De geselecteerde kranen krijgen een wit kader.
  • Tik op bevestigen ''.

U heeft kranen aan een kraangroep toegewezen.

Figuur 21: Kranen toewijzen.

Het irrigatieprogramma biedt de mogelijkheid om voor iedere kraan een aparte kraangroep te gebruiken. Op deze wijze kunt u recepten per kraan afzonderlijk instellen.

Volume en duur

Om gebruik te maken van de irrigatieregeling dient u bij de kraangroep minstens één van deze waarden in te stellen:

  • volume: het gewenste volume (liters). Hiervoor moet een literteller aanwezig zijn.
  • duur: de tijd dat de kranen openstaan (seconden).

Volume en duur kunt u instellen in het instellingenscherm voor automatische irrigatie. Hiervoor doorloopt u het pad: .

Figuur 22: U kunt het volume en de duur per periode instellen.

  • Tik op volume (of duur) bij een periode. Een pop-up venster opent.
  • Stel het volume in liters in (of de duur in seconden).
  • Tik op bevestigen ''.

U heeft het volume (of de duur) ingesteld.

Meststoffen doseren

Voor het doseren van meststoffen dient u per kraangroep de gewenste EC in te stellen.

EC (en pH) kunt u instellen in het instellingenscherm voor automatische irrigatie. Hiervoor doorloopt u het pad: . De EC (en pH) instellingen staan onderaan; gebruik de pijl omlaag om bij de instellingen te komen.

Figuur 23: U kunt de EC (en pH) per periode instellen.

  • Tik op EC (of pH) bij een periode. Een pop-up venster opent.
  • Stel de EC in mS/cm in (of de pH).
  • Tik op bevestigen ''.

U heeft de EC dosering (of de pH) ingesteld.

Doseerverhouding

Als u meerdere meststoffen gebruikt, kunt u de onderlinge doseerverhouding instellen. Hiervoor doorloopt u het pad: .

Standaard maakt het programma gebruik van een verhouding die gelijk is voor alle beschikbare meststoffen.

  • Tik op de instelling Verhouding meststof (bijvoorbeeld: verhouding meststof 1). Een pop-up venster opent.
  • Vul een percentage in.
  • Tik op bevestigen ''.

U heeft een meststof verhouding ingevuld.

Figuur 24: Doseerverhouding meststoffen.

De HortiMaX-Go! ondersteunt maximaal vier doseerkanalen voor meststoffen. Om het aantal meststoffen in te stellen, doorloopt u het pad: .

Startvoorwaarden

U kunt handmatig een kraan(groep) starten of startvoorwaarden vooraf programmeren.

Handstarts

Het programma kent twee soorten handmatige starts:

  • kraan handstart

    Gebruik de kraan handstart om kranen toe te wijzen en die te starten.

  • kraangroep handstart

    Gebruik de kraangroep handstart om een kraangroep (met vooraf ingestelde recepten/kranen) te laten starten.

Kraan handstart

  • Doorloop het pad: .
  • Tik op kraan handstart ''. Een pop-up venster opent.
  • Selecteer de kranen. De geselecteerde kranen krijgen een wit kader.
  • Tik op starten ''.

Het programma start de geselecteerde kranen met het recept van de kraangroep waaronder u het venster geopend heeft en dat geldig is op de actuele periode. Op de tegel van de kraan handstart '' staat aangegeven wanneer de laatste handstart is uitgevoerd.

Figuur 25: Tegel kraan handstart.

Kraangroep handstart

Bij een handmatige start van de kraangroep zal het programma de vooraf gekoppelde kranen voor de groep en het vooraf ingegeven recept uitvoeren. Een kraangroep kunt u handmatig starten in het venster Kraangroep handstart regeling.

Figuur 26: Het venster Kraangroep handstart regeling.

  • Tik in de bovenbalk op kraangroep handstart regeling ''.
  • Selecteer (linksonder) een kraangroep.
  • Tik op starten ''.

U heeft een kraangroep gestart.

In het venster Kraangroep handstart regeling worden de gegevens van de kraangroep getoond, zoals: het volume, de duur en welke kranen actief zijn.

Figuur 27: Actieve kraangroep.

Wanneer u een afwijkend recept wilt geven voor een (kraan)handstart kunt u de instellingen van EC, pH en volume wijzigen in de kraangroep. U moet daarna niet vergeten deze terug te zetten. Een andere manier is door de gewenste kranen toe te wijzen aan een nog ‘vrije’ kraangroep. U kunt voor deze groep afwijkende receptvoorwaarden instellen zonder uw standaard recepten te wijzigen.

Vooraf programmeren van startvoorwaarden

Er zijn in het programma een aantal startvoorwaarden beschikbaar die u vooraf kunt instellen of programmeren:

Cyclische start

Geldt per periode per kraangroep; na de ingestelde cyclustijd start de groep opnieuw. De cyclustijd wordt gereset na iedere start (van elk type).

Contactstart

De groep wordt gestart wanneer het geselecteerde contact wordt geactiveerd.

Stralingssomstart

Na het bereiken van een ingestelde stralingssom (J/cm²) start de groep. De stralingssom wordt gereset na een irrigatie en tevens om 0.00 uur.

Tijdstart - eenmalig

Start eenmalig op vooraf ingestelde datum en tijd (met dan geldende receptvoorwaarden).

Tijdstart - dagelijks

Start op de geselecteerde dagen op vooraf ingestelde tijd (met dan geldende receptvoorwaarden).

Tijdstart - interval

Start op vooraf ingestelde tijd met een interval van een ingesteld aantal dagen.

Om een cyclische start, contactstart of stralingssomstart in te stellen, doorloopt u dit pad: . Hier kunt u per periode de startvoorwaarden instellen.

Figuur 28: Startvoorwaarden irrigatie.

De tijdstarts kunt u instellen in het venster Tijdstart scala. Doorloop de volgende stappen om een tijdstart in te stellen:

  • Doorloop het pad: .
  • Tik op instellingen ''. Het venster Tijdstart scala opent.
  • Tik op toevoegen ''.
  • Selecteer de gewenste soort tijdstart.
  • Vul de bijbehorende gegevens in.
  • Tik op bevestigen ''.

U heeft een tijdstart ingesteld.

Figuur 29: Tijdstarts.

Bij geautomatiseerde starts worden altijd de receptvoorwaarden overgenomen van de groep voor de actieve periode. Indien er geen periode actief is, zal er niet automatisch gestart worden.